Tonnen voedsel zamelen de kapelaans in: roggebrood, aardappels, meel, spek, eieren etc. Geld hoeft bijna niemand in Twente ervoor te hebben. Zo kunnen de gaarkeukens in de parochie doordraaien en met kerst is er voor alle elfhonderd gezinnen van de Gertrudisparochie een extraatje.
Voor veel van de Utrechtse kinderen is het niet genoeg. Er zijn erbij met een ribbenkast waar je dwars doorheen kan kijken. De kapelaans regelen dat ruim driehonderd kinderen naar Twente worden geëvacueerd, om de laatste oorlogsmaanden daar te kunnen verblijven. In Twente is immers nog wél eten. De Utrechtse kinderen worden er liefdevol opgenomen in gastgezinnen.
